/1 Van verre is de HERE mij verschenen: Ja, Ik heb u liefgehad met eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken in goedertierenheid. God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. En voor het Paasfeest, toen Jezus wist, dat zijn ure gekomen was om uit deze wereld over te gaan tot de Vader, heeft Hij de zijnen, die Hij in de wereld liefhad, liefgehad tot het einde. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. En van Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde; Hem, die ons liefheeft en ons uit onze zonden verlost heeft door zijn bloed. /2 Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide: Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven, hetgeen betekent: God met ons.